Yves.png

2 september 2023

Interview Yves Nkomezi over zitvolleybal


KorterMaarKrachtig is dé landelijke vereniging voor mensen met een amputatie en/of aangeboren reductie van een ledemaat. In het juni-nummer van hun ledenblad ‘Kort & Krachtig’ hebben ze een artikel gepubliceerd over Yves Nkomezi, een van de spelers van Spaarnestad zitvolleybal 1.

  1. Hoe heet je, hoe oud ben je en waar kom je vandaan?

    Mijn naam is Yves Nkomezi. Ik ben 31 jaar en ik kom uit Rwanda, in Afrika.

  2. Je bent geboren in Rwanda. Hoe ben je in Nederland terechtgekomen?

    In 2012 was ik met het zitvolleybalteam van Rwanda in Nederland om ons voor te bereiden op de Paralympische Spelen in Londen. Ik vond Nederland een fijn land en ik zag dat het voor mij beter zou zijn om hier te wonen dan in Rwanda. In mijn thuisland was het leven voor mij moeilijk, door mijn handicap. In Nederland zijn de medische voorzieningen veel beter. En daarom heb ik besloten om in Nederland te blijven.

  3. Je mist allebei je onderbenen. Hoe is dat gekomen?

    Ik ben geboren met een afwijking aan mijn benen. Mijn benen hadden geen kracht, waardoor ik niet kon staan. Ik heb ook nooit ‘echt’ kunnen lopen. Toen ik vier jaar oud was hebben de dokters besloten dat het beter was om mijn onderbenen te amputeren. Dan kon ik protheses krijgen en leren lopen.

  4. Als je vier bent ben je nog volop in de groei. Dan moet je zeker ook steeds nieuwe protheses krijgen?

    Dat klopt. Ik heb verschillende protheses gehad terwijl ik opgroeide. In het begin kreeg ik houten protheses, die ik met een riem om me heen en over mijn schouders moest vastmaken. Anders bleven ze niet zitten. En om de zoveel tijd, als ik weer gegroeid was werden ze vervangen. Pas toen ik op de middelbare school zat kreeg ik betere protheses, van metaal.

  5. Voor de operatie kon je helemaal niet lopen en toen je eenmaal protheses kreeg leerde je dat heel snel. Weet je nog hoe dat voelde?

    Ja, dat was heel bijzonder. Ik kon me ineens heel snel verplaatsen, met mijn protheses en krukken. Ik was een kind en wilde natuurlijk meedoen met mijn vriendjes. Toen ik mijn protheses had heb ik met zo’n beetje alles meegedaan. Nu kon ik bijvoorbeeld ineens wel meedoen met voetbal. Met mijn krukken kon ik mooi op doel staan, als keeper. Ik heb ook meegedaan met voetbal voor gehandicapten.

  6. En nu speel je zitvolleybal. Hoe lang doe je dat al?

    Dat doe ik al best lang. Vanaf 2003 was ik al bezig met een vorm van zitvolleybal, maar pas in 2009 kregen we voor het eerst een echte zitvolleybaltrainer. Zijn naam was Jouke de Haan. Hij heeft ons, het nationale team van Rwanda, getraind in zitvolleybal en dankzij hem konden we ook een keer naar Duitsland voor een soort competitie en om te trainen. Dat waren mooie tijden.

  7. Wat is er zo leuk aan zitvolleybal?

    Het leuke aan zitvolleybal is dat bijna iedereen mee kan doen. Als je handen hebt kun je spelen. En je beweegt veel. Dat is erg belangrijk voor je gezondheid. Wat ik er ook leuk aan vind is dat het een teamsport is. Dat je het met andere spelers samen speelt.

  8. Je woont sinds 2012 in Nederland. Ben je toen ook gelijk weer begonnen met zitvolleyballen?

    Nee, dat heeft even geduurd. Ik woon in de buurt van Den Haag en er zat toen geen zitvolleybalteam bij mij in de buurt. Ik heb toen eerst een tijd rolstoelhandbal gespeeld. Dat was bij Quintus in het Westland. Dat ging hartstikke leuk. Ik heb toen ook een tijd in het Nederlandse team gezeten. Daarmee ben ik zelfs Europees Kampioen geworden.

  9. Je was Europees Kampioen en toch ben je met die sport gestopt. Waarom?

    Zitvolleybal was toch echt mijn sport. Dat had ik al lang gedaan en ik miste het zitvolleybal. Het ging heel goed bij het rolstoelhandbal, maar ik heb toch gezegd dat ik graag weer verder wilde in het zitvolleybal. Toen ben ik weer gaan zoeken naar een team en dat heb ik uiteindelijk gevonden in Den Haag.

  10. En waar ben je toen terechtgekomen?

    Bij Sovicos. Daar hadden ze een nieuw team hebben waar ik kon meetrainen. Dat was wel leuk, maar Yvonne, de trainster, zag al snel dat mijn niveau te hoog was voor de andere spelers die daar speelden. We vonden het beter als ik ging spelen in een team dat meedeed op het hoogste niveau. Dankzij Yvonne ben ik toen bij ZVH uit Zevenhuizen terechtgekomen. Dat was niet zo ver van waar ik woon en zij speelden in de Eredivisie.

  11. En via Zevenhuizen ben je ook bij het Nederlands team terechtgekomen?

    Dat klopt. Bij Zevenhuizen zaten ook spelers die in het Nederlands team spelen. Via hen is het balletje gaan rollen. Ik mocht meetrainen en het beviel zo goed dat ik mocht blijven. Omdat ik inmiddels ook een Nederlands paspoort had, mocht ik ook voor Oranje uitkomen. Ik heb met hen al meegedaan aan het EK en het WK. Vorig jaar op het WK in Bosnië speelden we twee keer tegen mijn geboorteland Rwanda. Dat was heel bijzonder, want ik zat nu ineens tegenover mijn oud-teamgenoten. We hebben op het WK één keer van Rwanda gewonnen en één keer verloren. Iedereen blij.

  12. Moet je een amputatie hebben om in het Nederlands team te mogen spelen?

    Nee, je hoeft geen amputatie te hebben. Een aantal spelers van het team mist wel een been, maar niet iedereen. Er zijn ook spelers bij met een andere beperking. Internationaal is er een classificatiesysteem, dat bepaalt wie er mogen meedoen aan officiële toernooien. Mensen met een amputatie mogen altijd meedoen.

  13. En hoe zit dat in de Nederlandse competitie? Moet je daar ook een beperking hebben?

    Nee, in de Nederlandse competitie mag iedereen meedoen. Je hoeft geen beperking te hebben om te mogen zitvolleyballen. Ik vind het heel fijn dat spelers mét en zonder beperking samen kunnen spelen. We vullen elkaar goed aan. Ik vind het fantastisch als iemand zonder beperking zegt: “Ik ga ook zitten en samen met jullie spelen.” Ik vind zitvolleybal echt de beste sport voor mensen met een amputatie aan de benen. En ik hoop dat er meer spelers bijkomen, zowel mét als zonder beperking.

  14. Sinds kort speel je bij Spaarnestad in Haarlem, maar je woont in de omgeving van Den Haag. Hoe ben je in Haarlem beland?

    Dat komt doordat ZVH niet meer kon meedoen aan de competitie, omdat we te weinig spelers hadden. Dat was ontzettend jammer. De spelers die door wilden gaan zijn toen op zoek gegaan naar een andere club. Spaarnestad in Haarlem was voor mij het dichtstbij. Het is een uur rijden, maar dat heb ik er wel voor over. Wel hoop ik dat er meer teams bij komen in de competitie. Misschien Sovicos in Den Haag wel. Dat is beter voor mij en ook voor de competitie.

  15. Wat hoop je nog te bereiken in het zitvolleybal?

    Mijn grootste droom is meedoen aan de Paralympische Spelen. Dat wordt wel lastig. In Europa zijn er veel sterke landen. Het is daarom moeilijk voor het Nederlands team om zich te plaatsen. Maar wie weet. En ik hoop een keer landskampioen te worden, misschien wel met Spaarnestad.

Meer weten over zitvolleybal en waar in Nederland je kunt zitvolleyballen? Kijk dan eens op de website van de Nederlandse Volleybalbond.